Programmabegroting 2023
In de eerste helft van het jaar biedt het college aan de gemeenteraad de zogenaamde ‘Kadernota’ aan. Het college geeft daarmee inzicht in het voorgestelde beleid en de financiële plaatjes voor het komende begrotingsjaar en ook een doorkijk naar de jaren erna (meerjarenraming). In de vorige nieuwsbrief (juli 2022) heeft fractievoorzitter Ellen Nijsen daarover verteld.
De Kadernota vormt de start voor de ‘Programmabegroting’ die in het najaar volgt. Daarin zijn de zaken uit de Kadernota financieel vertaald. In de raadsvergadering van 10 november jl. stond de programmabegroting voor 2023 geagendeerd. Onze kritische bijdrage staat hier:
‘Voor ons ligt de eerste begroting van deze raadsperiode. Met dank aan de opstellers.
Het zijn onzekere tijden. Een verschrikkelijke oorlog in Oekraïne waarvan we niet weten hoe lang die nog gaat duren, een asielstroom die niet meer lijkt te stoppen, torenhoge inflatie, koopkrachtdaling, woningtekort, energielasten die de pan uit rijzen en voor iedereen gevolgen hebben, om maar een aantal zaken te benoemen.
De juiste dingen doen, daar draait het wat de VVD-fractie betreft eens te meer om.
Een structureel sluitende begroting, het huishoudboekje op orde. Dat moet wat ons betreft altijd het streven zijn. Door een positief uitvallende meicirculaire dit jaar is de begroting voor de jaren 2023-2025 sluitend. Vanaf 2026 gaat de huidige systematiek op de schop en dreigt er een aanzienlijk begrotingstekort. Een financieel ravijn wordt het zelfs genoemd. Afschrikwekkend.
De VVD fractie is van mening dat we hierop moeten anticiperen. We zullen hiervoor een buffer moeten hebben. Wij stellen voor om de overschotten van de komende jaren aan te wenden als reserve.
De VVD fractie maakt zich zorgen om de hoeveelheid PM posten in de begroting. Een aantal hiervan zien we jaarlijks terugkomen. Hoelang blijven we deze voor ons uitschuiven? Deze posten moeten financieel vertaald worden, zodat we ook hierin de juiste keuzes kunnen maken.
Structurele lasten dekken met structurele baten. Zaken die ons door het Rijk opgelegd worden moeten ook door het Rijk betaald worden, oftewel ‘boter bij de vis’ zoals een collega het vaak noemt.
Een goede vermogenspositie, een toenemende solvabiliteit en een lage netto schuldenquote lijkt een goede uitgangspositie. Een weerstandsratio van 6.0 is uitstekend te noemen, echter roept dit ook vragen op. Wij zouden hier graag eens over verder praten.